Het kabinet is naar verwachting 2,7 miljard euro goedkoper uit met de aanleg van het grote windmolenpark voor de kust van Borssele. Minister Henk Kamp (Economische Zaken) maakte dat dinsdag bekend.
Ook kan er bijna een kwart meer stroom worden opgewekt dan eerder voorzien.
Het Deense bedrijf Dong Energy mag het eerste windpark bij Borssele gaan aanleggen dat halverwege 2020 klaar moet zijn. In totaal hadden 38 bedrijven een bod uitgebracht. De lage prijs is volgens Kamp te danken aan de scherpe concurrentie tussen de bedrijven. De bewindsman is daardoor minder subsidie kwijt aan het park.
Kamp en zijn collega Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) wezen in 2014 drie locaties aan om snel nieuwe grote windparken op zee aan te kunnen leggen. Ze wilden zo de kosten drukken. In de drie gebieden komen in totaal vijf windparken. Dat levert de komende vijftien jaar in totaal een besparing van 3 miljard euro op, becijferde Kamp eerder.
Voordeel kan hoger oplopen
Maar die besparing is nu al bijna helemaal bij het eerste windpark binnengehaald. Kamp verwacht dat de windparken voor de kust van Noord- en Zuid-Holland nog voordeliger kunnen omdat de omstandigheden daar nog gunstiger zijn. “Deze kostenreductie betekent een grote doorbraak in de transitie naar meer duurzame energie”, aldus de minister.
De windmolens zijn nodig om de afspraken uit het energieakkoord te halen. Daarin is onder meer afgesproken dat 16 procent van alle energie in 2023 duurzaam moet worden opgewekt. De aangewezen locaties voor de windmolenparken liggen op twee gebieden bij Noord- en Zuid-Holland na, zeker 22 kilometer uit de kust.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl